Het gaat niet alleen om wat je voert, maar ook hoe je voert!


Aantal voerbeurten

 

Het maag-darmkanaal van een paard functioneert optimaal bij een langzame, gestage consumptie van gras, hooi of andere voedselbronnen. Dit heeft verschillende voordelen, waaronder het gevuld houden van de maag om de vorming van zweren te voorkomen en het in balans houden van de micro-organismen in de dikke darm. Ruwvoer moet idealiter altijd beschikbaar zijn voor paarden. Probeer er in ieder geval voor de te zorgen dat het paard nooit langer dan liefst 3 uur, en bij uitzondering maximaal 6 uur zonder eten staat.

 

Krachtvoer kan het beste in kleine porties worden aangeboden. Omdat zetmeel de primaire energiebron is in veel krachtvoeders, moet het voldoende tijd in de dunne darm doorbrengen om goed te worden verteerd. Als het te snel door de dunne darm wordt geduwd, komt het zetmeel onvolledig verteerd in de dikke darm terecht. Overbelasting van de dikke darm kan problematisch zijn, omdat het een pH-daling veroorzaakt, wat op zijn beurt schadelijk kan zijn voor de nuttige micro-organismen die helpen bij de vertering. Probeer het krachtvoer dus te verdelen over minimaal 3 maaltijd per dag, met een maximum van 2 kilo per keer.

 

Hooi voeren voor krachtvoer

 

Zeker bij de eerste maaltijd van de dag, wanneer de tijd tussen 2 voerbeurten het langst is geweest, is het aan te raden eerst ruwvoer te voeren voor je begint aan een ronde krachtvoer.  Een kleine hoeveelheid hooi direct voor het voeren van een maaltijd met een matige tot grotere hoeveelheid zetmeel of suiker, kan de negatieve effecten van snelle zetmeel- en suikerfermentatie in het spijsverteringskanaal van paarden verminderen.

Paarden zullen over het algemeen ook wat rustiger eten als zij al wat op hebben. Zo kan de speekselvorming op gang komen, kauwen ze beter en zullen ze minder schrokken, wat het risico op verstopping verkleint. 

 

Houding en positie

 

Vroeger werd aangeraden hooinetten ze hoog mogelijk op te hangen. Een laag net zou voor ongelukken zorgen omdat het paard erin verstrikt kan raken. Een hoog hooinet zorgt echter voor een onnatuurlijke, verkrampte houding van de rug en hals. Omdat een paard vele uren per dag aan het eten van ruwvoer besteed, kan dat op den duur voor blessures zorgen. 

 

Voor gezonde paarden is het eten van de grond de meest natuurlijke houding, omdat het de lichaamshouding tijdens het grazen nabootst. Er zijn echter uitzonderingssituaties, zoals paarden die snel te dik worden, waarbij je de opnametijd wil verlengen zodat ze niet teveel eten, en er ook niet teveel tijd tussen de voerbeurten zit. Dan is een slowfeeder of hooinet toch een uitkomst, maar of het nu in een trailer of stal is, hooinetten moeten op een voor het individuele paard veilige hoogte worden opgehangen. Dit verkleint de kans dat een paard met zijn been slaat en zijn hoef in het hooinet blijft steken.

 

Oude paarden, vooral met chronische kreupelheid van de voorvoeten, kunnen meer pijn voelen bij het grazen of eten van de grond. Wanneer paarden hun hoofd laten zakken om te eten of te grazen, verschuift het zwaartepunt naar voren, waardoor er meer gewicht op de voorbenen terechtkomt. Anekdotisch bewijs suggereert dat paarden met chronische kreupelheid een grotere eetlust hebben wanneer het voer boven de grond wordt geplaatst, zoals een in bak die aan een muur is verankerd of aan een hek is gehangen, op borsthoogte.

Paarden met hals- en nekproblemen, zoals artrose, kunnen ook baat hebben bij verhoogde voederbakken. Het trekken aan hooi uit een net of slowfeeder kan artritische pijn verergeren, dus het is het beste om het hooi uit te pluizen of goed te schudden, zodat de happen gemakkelijk kunnen worden vastgepakt.

 

Samen eten

 

Het kan een uitdaging zijn om paarden in groepsverband te voeren. Gedomesticeerde paarden kunnen in bepaalde situaties flink wedijveren om voedsel. Paarden lossen dergelijke geschillen op verschillende manieren op; met subtiele signalen zoals de oren plat leggen en de neusgaten optrekken, minder subtiel dreigen en/of uitvallen, tot zelfs schoppen en bijten. Voor de meeste eigenaren is dit geen nieuws, maar die negatieve interacties resulteren soms in stress, langzamere groei en kunnen zelfs tot serieuze gezondheidsproblemen leiden.

 

De sociale stabiliteit van een groep paarden wordt met name bedreigd wanneer er weinig ruimte is om te voeren, waardoor sommige paarden gedwongen worden om de 'vluchtzone' van een ander paard te betreden; de ruimte rond een paard die niet mag worden binnengevallen.

 

Vijf richtlijnen om negatief gedrag bij paarden tijdens het voeren te verminderen:

 

1. Houd een kudde zo gesloten mogelijk. Paarden in een sociaal stabiele situatie vertonen minder vijandig gedrag dan die in kuddes met populatiefluctuaties.

2. Kies voederplekken die groot genoeg zijn, zodat het voer in een dunne laag uitgespreid kan worden. Hierdoor hebben meerdere paarden toegang tot voedsel zonder het voer in een te hoge snelheid te consumeren.

3. Zet (slow-)feederbakken neer. Meerdere voerstations die minimaal 10 meter uit elkaar staan met bakken op een hoogte van 0,7 meter, kunnen de frequentie van schoppen verminderen. Plaats bij grotere groepen de voerbakken in een cirkel in plaats van een lijn; als een paard bij zijn bak wordt verjaagd, kan hij gemakkelijk naar een andere gaan.

4. Maximaliseer het gebied waarin de paarden worden gevoerd om te voorkomen dat andere paarden de 'vluchtzone' van een ander binnendringen.

5. Zorg ervoor dat de paarden die het laagst in de pikorde staan toegang hebben tot hun eigen voerbak - dit kan extra voerbakken vereisen - en controleer regelmatig hun lichaamsconditie om de gezondheid en het welzijn te maximaliseren.

 

Gerelateerde producten: Accessoires