Voeren voor gezonde hoeven.


Een paard met slechte hoeven die dof en broos zijn, en dus gemakkelijk afbrokkelen of splijten, geeft extra zorgen voor de eigenaar. Als de hoefproblemen te ernstig worden, loopt het paard een hoger risico op kreupelheid, wat het comfort en de belastbaarheid kan beïnvloeden.

 

Het herzien van het management van deze paarden leidt vaak tot verbetering en helpt het paard gezond te blijven, maar je kan geen snelle resultaten verwachten. Het bouwen van sterke hoeven duurt minimaal zes tot twaalf maanden, en er is niets wat dit proces kan versnellen. Hoefgroei wordt bepaald door verschillende factoren: leeftijd, ras, genetica, stofwisseling, lichaamsbeweging, buitentemperatuur, omgevingsvochtigheid, ziekte en onderhoud door de smid of bekapper. 

Belangrijke voedingsinvloeden zijn onder meer de energie-inname, eiwitten en aminozuren, mineralen zoals zink en calcium, en vitamines zoals biotine en vitamine A. Wanneer je te maken krijgt met hoeven van slechte kwaliteit, is het eerste waar je naar kijkt, de totale energie-inname. Voldoen aan de energiebehoefte kan de eerste en belangrijkste stap zijn in het verbeteren van hoefgroei en -kwaliteit. Een paard met een negatieve energiebalans zal eiwitten in de voeding of het lichaam gebruiken om in de energiebehoefte voor onderhoud of groei te voorzien. Dit kan een secundair eiwit- of aminozuurtekort veroorzaken die de hoeven aantast.

 

Onderzoek heeft aangetoond dat de hoefwand 50% sneller groeit bij opgroeiende jonge pony's met een positieve energiebalans dan bij een beperkt dieet en een verminderde lichaamsgroei. Ook aan het begin van de zomer, wanneer de paarden op weelderig lentegras staan, groeien de hoeven sneller. Recent onderzoek heeft aangetoond dat het verhogen van het vet-aandeel in de voeding weinig effect heeft op de groeisnelheid of stevigheid van de hoef, maar vet kan wél een waardevolle toevoeging aan het dieet zijn voor het handhaven van een positieve energiebalans.

 

Naast energie levert een goed uitgebalanceerd dieet ook andere voedingsstoffen die het paard nodig heeft voor de algemene gezondheid, en deze zullen op hun beurt ook bijdragen aan een gezonde hoefgroei. Hoogwaardige eiwitten en aminozuren zijn essentieel. Vanwege de samenstelling van de hoefwand bevatten de betere supplementen die zijn gericht op de hoeven, het aminozuur methionine. Er wordt aangenomen dat niet alleen de methionine op zich, maar ook het proces dat methionine in cysteïne omzet, essentieel is voor de productie van kwaliteitsvol hoorn.

 

Eiwitarme diëten leiden tot verminderde hoefgroei en het splijten, barsten en afbrokkelen van de hoef, maar diëten die bedoeld zijn om een snellere groei van jonge paarden te ondersteunen, maximaliseren niet noodzakelijkerwijs de hoefgroei. Dit suggereert dat de aminozuurbehoeften voor algemene lichaamsgroei en snellere hoefgroei verschillend zijn. Wetenschappers hebben dit verschil bestudeerd op zoek naar de belangrijkste voedingsstoffen voor het verbeteren van de hoeven.

 

De meeste nadruk op onderzoek naar hoefgroei en hoefwandkwaliteit heeft betrekking op biotine. Er wordt aangenomen dat het gemiddelde paard een biotinebehoefte heeft van 1-2 mg per dag. Dit kan door middel van de voeding worden geleverd, of synthese door micro-organismen in de dikke darm. Biotine is een cofactor in een aantal enzymsystemen. Bij andere dieren leiden chronische tekorten aan biotine tot laesies van de huid en andere verhoornde structuren. Studies hebben aangetoond dat aanvullende biotine in hoeveelheden van 20-25 mg per dag positieve effecten heeft op de hoefkwaliteit.

 

Een Duits onderzoek naar de lange termijn-invloed van biotine uit de voeding, bij paarden met slechte voeten, werd uitgevoerd over een periode van één tot zes jaar. 97 paarden kregen dagelijks 5 mg biotine per 100 tot 150 kg lichaamsgewicht; 11 paarden kregen geen extra biotine en dienden als controle. De hoeven van alle paarden werden elke drie tot vier maanden beoordeeld en bij 25 paarden werden hoornmonsters van de proximale wand histologisch en fysiek onderzocht. De hoefhoornconditie van de met biotine gesupplementeerde paarden verbeterde na acht tot vijftien maanden suppletie, terwijl de hoefhoornconditie van de meeste controlepaarden tijdens het onderzoek constant bleef. De conditie van het hoorn verslechterde weer bij zeven van de tien paarden nadat de biotinesuppletie werd verminderd of beëindigd. De groeisnelheid van behandelde paarden en van controlepaarden was hetzelfde. Biotine beïnvloedt dus wel de kwaliteit, maar niet de groeisnelheid.

 

Biotine verbetert alleen de groei van nieuw hoefhoorn, niet van bestaande hoeven, dus de effectiviteit ervan hangt af van een betrouwbare toediening in de aanbevolen hoeveelheden. Hierdoor kan het enkele weken duren voordat er een merkbaar verschil ontstaat in de nieuwe hoefgroei vlakbij de kroonrand. Sommige paarden reageren positiever op biotinesuppletie dan anderen. Het feit dat suppletie met biotine er minder goed in slaagt de hoeven van het ene paard te verbeteren, betekent niet dat het de hoeven van het volgende paard niet zal helpen.

 

Uiteraard is voeding belangrijk voor het verkrijgen van gezonde, sterke hoeven, maar net zo belangrijk is de basisverzorging van de hoeven. Er moet een strak schema worden gevolgd voor het bekappen of opnieuw beslaan van paarden met probleemhoeven. Voor de meeste paarden is een interval van 6-8 weken voldoende, bij slechte voeten is 4-6 weken beter. Langer laten lopen is vragen om problemen, omdat langere hoeven sneller de neiging hebben af te brokkelen en te splijten. Zelfs als de hoeven niet erg overgroeid zijn, kan een behandeling voorkomen dat kleine scheurtjes zich ontwikkelen. Terwijl heel veel paarden blootsvoets kunnen lopen, voorkomt in ernstige gevallen het beslaan of gebruik van hoefschoenen, overmatige slijtage van hoeven die de neiging hebben af te brokkelen en te barsten.

 

Producten zoals hoefvet en -olie worden vaak aangeprezen als remedie tegen een slechte hoefconditie, vooral voor paarden met droge, afgebroken hoeven. Er is onderzoek gedaan om erachter te komen of het gebruik van vetten enige invloed heeft, goed of slecht, op de hoef. Een onderzoek aan de Universiteit van Edinburgh onderzocht de doorgang van vocht in en uit de hoefcapsule. Onderzoekers testten monsters van volledige dikte van wand-, zool- en straalweefsel, verkregen uit kadavers van paarden. De monsters zijn genomen van hoeven in goede staat (stevig, geen scheuren) en in slechte staat (zichtbare scheuren). In de monsters van hoeven in goede staat drong het vocht minder dan een millimeter door in welk weefsel dan ook. Hoeven in slechte staat lieten een veel grotere penetratie van vocht in en door de binnenste weefsels van de hoef toe. Deze resultaten geven aan dat er een natuurlijke vochtbarrière bestaat in gezond hoefweefsel, en van producten die claimen de hoef te hydrateren kan worden verwacht dat ze weinig voordeel opleveren voor hoeven in goede conditie. Slechte conditie en schade zorgt ervoor dat vocht vrijer in en uit de hoef kan bewegen dan bij hoeven met een gezonde buitenhoorn. Bovendien kunnen vuil en bacteriën de scheuren binnendringen en mogelijk een infectie veroorzaken. Er is een lagere sterkte gemeten in hoefweefsel dat te droog of te vochtig is, dus knoeien met het natuurlijke vochtniveau van de gezonde hoef wordt niet als verstandig beschouwd. 

 

Als aan de basis betreft voeding en de hoefsmid wordt voldaan, en de hoefkwaliteit nog steeds slecht is, is het de moeite waard om te experimenteren met aanvullende biotine, methionine en zink. Helaas bestaat er geen snelle oplossing en is het verbeteren van de voeten een kwestie van een goede hoefsmid, goede voeding, goede basisgezondheidszorg, en een flinke dosis geduld.

 

Biotin Extra
vanaf € 39,95